Gewoon in Belfeld

Vakantie gewoon in Belfeld

We zijn al in het begin van het jaar naar Laos geweest en blijven met de bedrijfsvakantie gewoon thuis in Belfeld, ook mooi...

Einde

Laatste dag. Het is 27 maart. Straks ontbijten, tot 11 uur lekker naar het zwembad om een beetje bij te kleuren en dan terug naar Nederland; thuiskomen is net zo leuk als op vakantie gaan!

Gisteren zijn we naar China Town hier in Bangkok geweest. Chaos! Chaos? Ik weet het niet; misschien juist wel super efficiënt en perfect georganiseerd. De opeen gepakte winkeltjes met alles, maar dan ook werkelijk alles wat een mens echt nietnodig heeft in een caleidoscoop van geuren en kleuren. Lopend door de nauwe steegjes kun je door de winkels nog eens naar achter waar meer winkels, steegjes en hier en daar plotseling roltrappen zijn die je naar de kelder of de eerste etage brengen. Uit de kleine winkeltjes worden gigantische dozen opgehaald door scooters met opschrift “export” of “New York”. Het is duidelijk dat achter de façade van ogenschijnlijk kleine lokale ondernemers grote en goed georganiseerde bedrijven de aanvoer regelen. Maar waar? En hoe? Ik zal er bij Chinezen nooit achter komen.

Er rijdt een trein van Bangkok stad naar de zee aan het zuiden. Een ritje van 45 minuten in een boemeltje voor 30 Eurocent enkele reis. Een weg van het lawaai en de geur van de stad om aan te komen op de lokale vismarkt. Vis in allerlei soorten en maten, krab, garnalen van “Hollandse-Garnaal-Formaat” tot de grootte van een banaan, visolie, garnalenpasta van spotgoedkoop tot peperduur, kroepoek in twintig smaken en kleuren en inktvis, geweldig! Mocht je ooit in Bangkok zijn dan is dit beslist, als je van vis, inktvis en garnalen houdt, zeker een aanrader.

Dat was het weer. De filmpjes volgen later! Dank voor uw aandacht en tot een volgende keer!

La kon!

??????

25 maart

25 maart. Een flinke hoeveelheid vocht heeft vanmorgen mijn lichaam verlaten via de nieren, blaas en urinewegen in plaats van het maag-darmkanaal. Het gaat dus goed! Om 11 uur de taxi in en naar het internationale vliegveld van Vientiane, op weg naar Bangkok!

We hebben ter afsluiting voor de laatste twee nachten in Bangkok een iets beter hotel geboekt; Sacha heeft New Siam II uitgezocht en wat een verademing! Liften, zwembad met eigen handdoeken, welkomstdrankje, koelkast en droogrekje op het balkon, brede flatscreen tv met aansluitingen voor PC en SD kaart, shampoo, conditioner, waterkoker; te gek voor woorden!

We gaan in de avond op weg naar Khao San Road en als we het hoekje om zijn staan we plotsklaps stomverbaasd voor het hotelletje waar we jaren geleden gezeten hebben! Toen kon je via een trap, en dan dwars door twee winkels heen, direct naar Khao San Road lopen. Het is er veranderd en we besluiten de “normale” route te nemen.

Khao San Road. Druk, chaos, drank, eten, eten, eten, drinken, pizza, hamburgers, maïs, vlees en vis in alle en onmogelijke variaties en fruit en fruitsapjes en vooral toeristen, heel veel toeristen… Aardig om weer eens gezien te hebben maar we gaan terug. Maud ontdekt een klein steegje en warempel; we komen achterlangs, zien de trap die vroeger naar de twee winkels leidde en komen in een duister steegje terug op dezelfde plek!

Mojito onderweg en bij het hotel aangekomen herinneren we ons dat we jaren geleden hier ook liepen en likkebaardend naar het zwembad keken…

24 maart

24 maart. Stip om 10 uur stopt een luxe pick-up voor het hotel en stapt er een klein vrouwtje uit. Kordaat stelt ze zich zelf voor als Madame Phasouk. We stappen in en de chauffeur rijdt ons in een klein half uurtje naar een lokale markt. Als een dirigent loopt ze over de markt, wijst aan, betaalt, laat wegen en legt alles voorzichtig in de rieten mand die ze mij gegeven heeft bij de ingang. Tenslotte nog 5 minuten uittrekken om alle eieren te controleren en te betasten om er vervolgens drie te kopen. “Op deze wijze hou ik controle op de kwaliteit” is haar commentaar.

Buiten staat een soort van brommer met een geluidinstallatie die oorverdovende muziek uitblaast; iets met een tempel, donaties en een feest. Maud wordt uitgenodigd om mee te dansen, en ja, zo gaan die dingen…

Het huis waar we kookles krijgen ziet er onberispelijk uit; alles is geordend en voorbereid. Maud en ik gaan koken en Sacha zal alleen fotograferen. Op vriendelijk toon en met een glimlach worden twee stoelen aan de zijkant van de kamer geplaatst en wordt “Photo-man” daarheen gedirigeerd; mevrouw Phasouk heeft alle touwtjes in handen.

Handen wassen en aan de slag! Papaja fijn snijden en munt plukken voor de salade; fijn stampen met knoflook en pepertjes, beetje zout, beter peper, beetje van alles erbij, vooral citroen, en voor je het weet heb je een frisse papaja salade. Uiteindelijk maken we vier gerechten waarvan er één er onze favoriet is; mie met vlees, tofoe, pinda’s en nog veel meer. Het recept hebben we gefotografeerd en gaan we zeker proberen thuis na te maken. Over het eten en koken verder even niks meer; gewoon perfect! Mocht je ooit onverhoopt in Vientiane belanden, wat ik niet voor je hoop, ga dan écht een kookcursus bij Madame Phasouk volgen!

Madame Phasouk blijkt vloeiend Russisch te spreken dankzij een universitaire opleiding in Rusland ten tijde van het communistisch bewind. Van de chauffeur die ons later terugbrengt en haar man blijkt zijn, horen we dat ze alle studies cum laude behaald heeft. Ze is een uitermate slimme en grappige vrouw die onze karakters feilloos weet neer te zetten en daarnaast het runnen van deze kookschool Ă©n een vijftal stukken grond volledig onder controle heeft. Niets ontsnapt aan haar aandacht en ze loodst ons met duidelijke instructies door de cursus. Geweldig mens!

We nemen afscheid, krijgen de rest van het eten mee in bewaarbakjes, nog drie flesjes water en wat gefrituurde bananen. Prima eerste deel van de dag…

Op naar de grootste tempel van Vientiane. Mooi. Zoals vele tempels. Maar het hoort er gewoon een beetje bij. Tempels in Azië… Alhoewel! Onderweg op het tempelcomplex stuit ik op een spectaculair gereedschap, een grasmaaier! En wat voor één! Zo iets wil ik ook wel hebben; ik ga er eens flink oor sparen denk ik…

Nog even naar de Mekong, maar die is in deze droge periode weinig spectaculair. Terug naar het hotel, biertje, pinda’s, nog even zwemmen en welterusten voor vandaag!


23 maart

23 maart.

Goed geslapen. Maud en Sacha genieten van hun ontbijtje en ik hou het nog maar even op een kop thee, een cola (lauw, zonder bubbels) en een hapje zout. Sinds een paar dagen is een schroefje van mijn bril verloren geraakt; om de haverklap valt het glas eruit. Maud heeft een op leessterkte zonnebril waarvan het rechter pootje afgebroken is. Beide brillen hebben we via de ziektekostenverzekeraar gekocht en kostten naar Lao begrippen een fortuin; al snel zo’n 2 miljoen KIP. Dus op weg naar een opticien! Binnen no-time zit er bij mij een nieuw schroefje in, worden alle andere schroefjes nog even nagelopen, de glazen gepoetst en een halve Euro lichter ben ik klaar.

Het pootje van Maud haar bril kan niet gemaakt worden. De verkoper neemt de moeite om alle, maar dan ook alle monturen die in de winkel liggen (ik schat zo’n 700 stuks) na te lopen met in zijn hand één van de glazen uit Maud haar bril, om te beoordelen of de glazen in een ander montuur kunnen worden omgezet. Helaas, na 20 minuten komt hij met de melding dat dat niet gaat lukken. “Pling, ping,phng oek nja” (of zo iets) vragen wij aan de verkoper. Hij vertelt dat opmeten van de leessterkte, een montuur en twee zonnebril glazen op sterkte uitkomt op zo’n € 27. Wij vragen 5 keer of dat inderdaad zo is. “Hoeveel dagen het gaat duren? “ vraagt Maud. “Dagen? Over 4 uur is het klaar!” Maud betaald, Sacha verkeert in een staat van complete twijfel en we gaan op pad naar het centrum van Vientiane.

Nou vermelden alle reisgids en tips op internet dat Vientiane geen interessante stad is. Ik kon me dat niet voorstellen. Een Aziatische hoofdstad, gelegen aan de krachtige Mekong en gevormd door een Franse overheersing die de Art Deco en baguettes naar Laos brachten; daar moet toch iets van terug te vinden zijn? Baguettes vind je voldoende in Vientiane, van de rest is bijna niks meer terug te vinden. Moderne huizen en gebouwen worden hier en daar nog wel in een soort Art Deco stijl gebouwd (overstekende dakranden, blokvorming, rondingen) maar eigenlijk lijkt het nergens op. We wandelen wat rond, drinken een sapje, zien een fontein die het niet doet en besluiten terug te gaan. Mijn advies is; mijdt Vientiane, het is écht niet de moeite waard…

Villa Sasavad; kamer, airco, koelkastje met sapjes, bier, bananen, "La vache qui rit" en meer van dit soort onontbeerlijke spullen Ă©n een zwembad. De rest van de middag een beetje bier drinken, een chipje knabbelen en zwemmen. Heerlijk!

Morgen gaan we naar een kookcursus. De enige die ons redelijk lijkt is die van Madame Phousak en je moet haar bellen voor een afspraak. Ik bel en niemand neemt op; zou ook te mooi om waar te zijn. Vijf minuten later belt ze zelf terug. In goed Engels met een half Lao/Frans accent maken we een afspraak voor 10 uur morgenvroeg. Twee personen voor 150.000 KIP ieder en een derde gratis omdat Sacha alleen meegaat om foto’s te maken. Morgen om 10:00 worden we opgehaald.

Zie: https://www.facebook.com/Madamphasoukvientianecookingclass/

Nog even naar het zwembad, voorzichtig yoghurt en een croissantje met een Vodka-jus en dan naar bed. Morgen weer en nieuwe dag!

Naar Vientiane

21 maart. De geheel uit hout van de omgeving vervaardigde bungalow verborg een vreemd element; op het bed, of beter gezegd, op het matras, want er was geen bed, gewoon een matras op de grond, lag een dikke deken. In de avond was het buiten nog 31 graden. Naar bed en de fan op de hoogste stand om om middernacht wakker te worden en gretig naar de deken te grijpen; heerlijk! Bloedheet overdag en koel en fris in de nacht.

Fris opgestaan en eerst maar eens naar het lokale dorpje om ons te oriënteren. Steeds weer het zelfde beeld; glimlachende inwoners, lachende en spelende kinderen en vriendelijke honden. We zijn vroeg (of laat?), want we zien niemand ergens iets nuttigen. We gaan ergens zitten en de moeder roept haar dochter om te helpen, die uit bed komt, zich snel aankleedt en samen met mam de voorbereidingen start; waarschijnlijk zijn we toch te vroeg.

Op de terugweg zien we een kleine gang tussen de panden; de lokale markt. Daarachter spreidt zich een grote lokale markt uit; van levende vis tot schoenen, vlees, groente, fruit, brood, mobiele telefoons, kortom alles wat een dorpeling nodig heeft om te overleven, en zelfs meer.

Terug naar het Nirwana, een beetje zwemmen en rondhangen. Cristophe, de eigenaar, dierenredder, Fransman en sympathieke vent, vraagt ons of we zin hebben om vanmiddag naar een kleine dorpsgemeenschap te gaan waar ze iets doen met bomen. Om drie uur stappen we in zijn 26 jaar oude Jeep, die, zoals hij ons weet te vertellen, Ă©Ă©n van de beste motoren ter wereld heeft; een motor van een Renault 21; onverwoestbaar! Hier komt toch nog een klein stukje Frans chauvinisme tevoorschijn.

Zoals jullie weten staan er bij ons in Belfeld diverse soorten bamboe maar ook een moerbei boom. De Japanners gebruiken de moerbei boom al eeuwen voor van alles; de vrucht is een “power fruit”en van de bast kan “het beste papier van de wereld” gemaakt worden, uitstekend geschikt voor Sho of Shodo, Japanse kalligrafie. Van de rest van de boom worden van het papier dan weer flinterdunne reepjes gemaakt die uiteindelijk worden geverfd met natuurlijke materialen. Tenslotte worden deze draden verwerkt in weefgetouwen waardoor kleurrijke stoffen ontstaan. Goed hoor die oude moerbei!

We rijden terug en onderweg wordt Cristophe regelmatig toegesproken of wordt er naar hem gezwaaid. Een aantal jaar geleden toen er buiten het dorpje aan dit prachtige meer nog niks was heeft hij wegen aangelegd, een school voor de lokale kinderen gebouwd en de eerste “resorts” opgezet. Een bewonderenswaardige man met een visie, passie en een groot hart.

22 maart. Nauwelijks geslapen. Slachtoffer 2 ben ik geworden. Deze nacht heb ik minstens 25 keer het toilet bezocht en uitgeput sta ik op. Vandaag gaan we op weg naar Vientiane, een rit van zo’n 4 uur. Ik vraag me af hoe ik dat ga redden en of ik enigszins schoon zal aankomen. Afwachten maar.

Ik heb geen enkele behoefte aan voedsel in welke vorm dan ook en bestel een kop thee, een coca cola en zout. Thee drinken, een halve theelepel zout naar binnen werken en een lauwe cola zonder prik. Zo, op weg!

Nadat we afscheid genomen hebben van Monsier Vaillant, de “commédian de Paris”, Bouba de beer en de hond Asiane die je ieder morgen vrolijk goedemorgen wenst, zet Cristophe ons af in het dorp. We beloven hem dat we, zodra we terug zijn in Nederland, koffie maken van het pak Lao koffiebonen dat we van hem cadeau kregen en er een video van zullen maken.

We staan nu aan de vismarkt en wachten op het vervoer dat hier langs komt op de route Vang Vieng Vientiane. Ik koop nog iets wat het meest op kroepoek lijkt en de visverkoopster zet stoelen voor ons neer en helpt met het aanhouden van de juiste minivan. Het wordt uiteindelijk een sorngtaaou. Volledig brak houd ik mij vast, onderweg verlies ik mijn kroepoek die vrolijk stuiterend weg vlucht. De darmen blijven echter rustig. Het meeste vaste voedsel en zeker vocht is vannacht al verdwenen.

Villa Sisavad is een verademing; airco en koelkast, maar ook een bed, tv en goede douche en zwembad. Ik heb nog steeds geen vast voedsel gegeten en besluit dit vandaag ook maar zo te houden. Water, een beetje limonade en bier houden me vandaag op de been. In de avond wandelen we wat door Vientiane en eet ik voorzichtig een paar koekjes, een kokosnoot/melk/ijs drankje en een biertje. Onderweg ontsnapt er iets aan me en ik vrees het ergste; snel naar een toilet en gelukkig; geen al te grote schade!

Om 22:45 ga ik op aandringen van mijn maag/darmstelsel naar het toilet om te ontdekken dat de deur gesloten is; in het slot gevallen en met geen mogelijkheid open te krijgen. De man van de lobby komt met een grote priem naar boven, sloopt binnen in een paar seconden het slot en ik kan de pot op!

20 maart

20 maart. Paradijs…

Eindelijk in een lokaal vervoermiddel! Een “sorngtaaou” is het best te beschrijven als een cabine van een personenwagen met op de rest van het chassis een opbouw waar tot wel 12 mensen (van het formaat Aziaat) vervoerd kunnen worden. We vertrekken met 5 mensen aan boord. Met een slakkengangetje rijden we door Vang Vieng en onderweg pikken we nieuwe passagiers of pakketjes op: TNT heeft hier geen schijn van kans. We stoppen 10 minuten. Zodra er 10 man binnen zitten en twee achterop staan wordt gas gegeven en verlaten we Vang Vieng. Stof…

We worden er uit gezet in wat Ban Tha Heua moet zijn en aan de andere kant van de weg zien warempel een bordje met “Nirvana Archipel Resort”. Tien minuten wandelen (Sacha die nog steeds brak is van de volgende dag loopt in gestaag tempo voorop als een zombie) komen we op de plek aan. Vriendelijke Fransen, ze bestaan dus echt, een vriendelijke hond met de naam Asiane en heerlijk koud bier.

Ik kan nu een lang verhaal gaan schrijven maar het gaat me écht niet lukken om deze prachtige plek die door één gedreven man gerealiseerd is hier in woorden neer te zetten. Van de bungalows tot het park is alles gebouwd met hout uit de omgeving. Er is een opvangcentrum voor apen, wilde katten, uilen en vooral voor beer Bouba. Kijk eens op de link; wij waren zeer onder de indruk van dit stukje paradijs op aarde en de gedrevenheid en inzet van het clubje mensen daar. Klik vooral door naar het verhaal van Bouba en bekijk de vele hartverwarmende filmpjes van deze beer die voorbestemd was om op de zwarte markt verkocht te worden maar haar plek vond in dit centrum…

http://www.nirvana-archipel-resort.com/


18 en 19 maart

18 en 19 maart. Woensdag gaan we naar Ban Tha Heua.

Ontbijt met om te beginnen “three Lipton tea please”. De eigenaar komt een kop thee brengen die hij met twee handen moet vasthouden. We hebben weer een les geleerd; duidelijk zijn is belangrijk in Azië; we krijgen nu dus duidelijk een drie-persoons kop thee. Of nee, toch niet. Op de zelfde wijze worden de twee andere kopen thee gebracht, één voor één. In ieder geval voldoende vocht voor de rest van de dag. We komen onderweg een put tegen waarin iets hangt wat niet thuis te brengen is; een verdwaalde toerist? Verder op ligt een hond ontspannen met een stokje te spelen.

Op weg voor een halve dagtrip, twee grotten en twee lokale dorpjes. De Hmong is een bevolkingsgroep die van oudsher in de jungle leefde, in of vlak onder bomen zodat ze snel konden vluchten voor gevaar. Nu nog kunnen deze mensen niet wennen aan het leven in de stad. Hun dorpjes ten noorden van Vang Vieng liggen dan ook dicht tegen het oerwoud aan. Mannen mogen meerdere vrouwen hebben. We bezoeken een schooltje (je zal zo maar iedere dag naar school moeten) en drijven op een rubberband de Water Cave in. Hoe toeristisch kan het zijn, maar wel lekker verfrissend bij 38 graden.

Elephant Cave, een verhaal van Bijbelse proportie…

Boeddha liep op aarde en liet zijn voetstappen achter. Ook in deze grot. Toen de Hmong de voetstap van Boeddha zagen werd de grot een bedevaartoord. De enorme afdruk van Boeddha werd in steen vastgelegd. In die tijd liepen grote kuddes olifanten in het gebied rond. Door weersveranderingen of oorlogen weken de olifanten uit naar het Noorden; slechts 1 zieke olifant bleef achter in de grot. Een konijn buiten de grot hield de wacht en waarschuwde de slang als er gevaar dreigde. Zodra iets de grot binnen dreigde te komen doodde de slang de indringer. De uil ving en doodde alle padden die het eten van de verzwakte laatste olifant wilde stelen. Na de dood van deze olifant ontdekten de inwoners dat door het eeuwenlang druppelen van water er een beeltenis van de olifant was ontstaan. Zo werd de heilige grot “de Olifantsgrot”. Opmerkelijk was dat na deze ontdekking er geen water meer druppelde op de olifant waardoor de beeltenis eeuwig onveranderd zal blijven…

We laten ons op de terugweg afzetten bij het busstation omdat we morgen naar Ban Tha Heua gaan. We hadden al in de stad geĂŻnformeerd naar vervoer voor een ritje van drie kwartier en de beste prijs die we kregen na enig onderhandelen was 150.000 KIP. Lonely Planet laat ons weten dat het met enig geluk mogelijk moet zijn om voor 30.000 KIP met drie personen de rit te maken. Met enig onderhandelen bij het busstation komen we uiteindelijk uit op 90.000.

En dan begint de 3 kilometer lange wandeling terug naar het hotel bij 38 graden en zon. Pfff… Onderweg wat eten en drinken maar Sacha haakt af en gaat naar het hotel terug. Voor het avondeten hadden we al stokbroodjes gekocht en ui, smeerkaas, boter, tomaat, komkommer, blikje tonijn, mango, cola, rum en jus d’orange. Wat nog ontbrak en wat nergens te koop was waren gekookte eieren en mayonaise. Maud komt op het lumineuze idee om gewoon in het restaurant er naar te vragen; en ja hoor; een kwartier later 3 gekookte eieren en gratis een zakje mayonaise!

Als we terugkomen blijkt Sacha op bed te liggen; overgeven en veelvoudig op de wc pot zitten; slachtoffer nummer 1.

Van de mayonaise, eieren, zakje mosterd uit het vliegtuig, zout en peper maak ik een eiersalade. Prima zo!